Voor deze streek, waar veel boeren wonen die van een minimaal salaris moeten rondkomen, is het van groot belang dat hun kinderen goed onderwijs kunnen krijgen. Daarvoor is een goed schoolgebouw een eerste vereiste. In een groot deel van het oude schoolgebouw in het dorp was het vaak moeilijk lesgeven. Vooral tijdens het regenseizoen, als de regen door het dak naar binnen viel en de aarden vloer in een modderpoel veranderde.
Naast de 12 lokalen van beton, waren er 7 houten leslokalen met een zandvloer. Deze 7 lokalen zijn zeer bouwvallig, houten schoten met ijzeren dakplaten, geen ramen, zeer donker en de regen komt bij sommige lokalen naar binnen. 1 lokaal ligt dicht bij een toilet groep en de stank dringt door in het lokaal. De kinderen rouleren per klas om van dit lokaal te gebruiken. De 7 lokalen zijn gebouwd omdat er te weinig ruimte was. Een lokaal is als een soort hut bovenop een ander lokaal gebouwd. De ouders van de kinderen hebben elk 40 QTZ per familie bijgedragen voor de bouw van de 7 noodlokalen – om toch extra ruimte te creëren om les te geven aan de kinderen.